Uitwisselprofiel Ministerie van VWS Beleidsontwikkeling en -monitoring
Toelichting
Scope
VWS stelt nog geen directe informatievragen richting zorgaanbieders. VWS heeft ervoor gekozen met name informatievragen uit te vragen die ook door andere partijen worden uitgevraagd. Het zijn dus nieuwe vragen voor VWS maar niet voor zorgaanbieders. In onderstaande tabel worden ze als nieuwe informatievraag weergegeven vanuit het perspectief van VWS.
Proces
Samen met een aantal vertegenwoordigers vanuit VWS is de informatiebehoefte van VWS t.a.v. beleidsontwikkeling- en monitoring in kaart gebracht. Dit is intern binnen VWS met collega’s afgestemd. Tijdens de bijeenkomsten zijn overwegingen en mogelijke variaties in opzet en berekening van de indicator besproken, waarbij zoveel mogelijk is aangesloten bij de indicatoren die zijn opgesteld voor andere uitwisselprofielen.
Voor het Uitwisselprofiel Ministerie van VWS Beleidsontwikkeling en -monitoring is in 2022 geen aparte praktijktoets uitgevoerd. De voorstellen voor de gevalideerde vragen en de bijbehorende technische beschrijving (SPARQLs) worden al getoetst via de praktijktoets op dezelfde producten voor het uitwisselprofiel van de zorgkantoren.
Gemaakte keuzes t.a.v. indicatoren en concepten
Informatievraag | Bestaande / gewijzigde / nieuwe informatievraag* | Toelichting |
---|---|---|
VWS 1.1 Aantal personeelsleden op een peildatum | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 1.2 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Het aantal personeelsleden op een peildatum zorgt voor goede vergelijkbaarheid over de jaren heen. • Op het moment dat een medewerker meerdere overeenkomsten heeft, wordt de medewerker maar één keer meegerekend. Het betreft hier dus het aantal unieke medewerkers. • Het gaat om personeelsleden zorg, niet-zorg en totaal. • Er wordt uitgegaan van de periode van een kwartaal, waarbij de indicator op een bepaald peilmoment wordt berekend. |
VWS 1.2 Aantal zorgmedewerkers per kwalificatieniveau | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag IGJ 1.2.3 (Uitwisselprofiel IGJ Voorbereiding inspectiebezoek). • Het kwalificatieniveau wordt bepaald o.b.v. functieniveau. Reden hiervoor is dat functieniveau vaker gestructureerd vastgelegd wordt door zorgaanbieders én functieniveau zegt iets over het niveau waarop medewerkers werkzaam zijn. • Er wordt uitgegaan van het aantal dienstverbanden. Voor het totaal wordt ook gekeken naar het aantal medewerkers. Op het moment dat een medewerker meerdere dienstverbanden heeft, wordt de medewerker meerdere keren meegerekend. • Er wordt uitgegaan van de periode van een kwartaal, waarbij de indicator op een bepaald peilmoment wordt berekend. • Verschil met de informatievraag van de IGJ is dat in het uitwisselprofiel van VWS het totaal aantal medewerkers niet nog eens wordt gevraagd, dat volgt al uit VWS 1.1. |
VWS 1.3 Percentage personeel met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op peildatum | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 3.1 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling) • Deze indicator wordt elk kwartaal op een peildatum wordt berekend. |
VWS 1.4 Percentage inzet uitzendkrachten/ PNIL? | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 8.1 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Er wordt uitgegaan van de periode van een kwartaal, waarbij de indicator op een peilmoment wordt berekend. |
VWS 1.5 Aantal vrijwilligers | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 9.1 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Vrijwilligers met een werkovereenkomst ‘vrijwilliger’ worden hierin geteld . • Er wordt uitgegaan van de periode van een kwartaal, waarbij de indicator op een peilmoment wordt berekend. |
VWS 1.6 Aantal leerlingen | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 10.1 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Leerlingen met een werkovereenkomst BBL leerlingen worden hierin geteld. • Er wordt uitgegaan van de periode van een kwartaal, waarbij de indicator op een peilmoment wordt berekend. |
VWS 1.7 Aantal verloonde uren per kwartaal | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 2.2 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Fte bepalen op basis van verloonde uren heeft een betere correlatie met de kosten, omdat de kosten meebewegen met de verloonde uren. |
VWS 2 Leeftijdsopbouw van het personeel | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 5.2 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Er wordt uitgegaan van de periode van een kwartaal, waarbij de indicator op een bepaald peilmoment wordt berekend. |
VWS 3.1 Kortdurend ziekteverzuimpercentage (excl. zwangerschapsverlof) | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 11.1 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Het ziekteverzuimpercentage is het totaal aantal ziektedagen van personeelsleden, in procenten van het totaal aantal beschikbare kalenderdagen (dus geen werkdagen) van personeel in loondienst per kwartaal. • Het kortdurend ziekteverzuimpercentage betreft het verzuim van 28 dagen of korter en exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof. In de berekening wordt rekening gehouden met de parttimefactor.Alle personeelsleden (zorg- en niet-zorg) worden geïncludeerd. • Voor de berekening van deze indicator is het noodzakelijk dat in de administratie van de zorgaanbieder wijzigingen in parttime factor, vestiging en functie gedurende de verslagperiode beschikbaar zijn. • De laatste dag van het kwartaal fungeert als peilmoment waarmee bepaald wordt of iemand kort- of langdurend ziek is. De resultaten worden niet met terugwerkende kracht bijgesteld. • Deze indicator wordt per kwartaal uitgevraagd. |
VWS 3.2 Kortdurend ziekteverzuimpercentage (incl. zwangerschapsverlof) | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 11.2 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Het ziekteverzuimpercentage is het totaal aantal ziektedagen van personeelsleden, in procenten van het totaal aantal beschikbare kalenderdagen (dus geen werkdagen) van personeel in loondienst per kwartaal. • Het kortdurend ziekteverzuimpercentage betreft het verzuim van 28 dagen of korter en inclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof. In de berekening wordt rekening gehouden met de parttimefactor.Alle personeelsleden (zorg- en niet-zorg) worden geïncludeerd. • Voor de berekening van deze indicator is het noodzakelijk dat in de administratie van de zorgaanbieder wijzigingen in parttime factor, vestiging en functie gedurende de verslagperiode beschikbaar zijn. • De laatste dag van het kwartaal fungeert als peilmoment waarmee bepaald wordt of iemand kort- of langdurend ziek is. De resultaten worden niet met terugwerkende kracht bijgesteld. • Deze indicator wordt per kwartaal uitgevraagd. |
VWS 3.3 Langdurend ziekteverzuimpercentage (excl. zwangerschapsverlof) | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 11.3 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Het ziekteverzuimpercentage is het totaal aantal ziektedagen van personeelsleden, in procenten van het totaal aantal beschikbare kalenderdagen (dus geen werkdagen) van personeel in loondienst per kwartaal. • Het ziekteverzuimpercentage betreft het verzuim van langer dan 28 dagen en exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof. In de berekening wordt rekening gehouden met de parttimefactor. • Alle personeelsleden (zorg- en niet-zorg) worden geïncludeerd. • Voor de berekening van deze indicator is het noodzakelijk dat in de administratie van de zorgaanbieder wijzigingen in parttime factor, vestiging en functie gedurende de verslagperiode beschikbaar zijn. • De laatste dag van het kwartaal fungeert als peilmoment waarmee bepaald wordt of iemand kort- of langdurend ziek is. De resultaten worden niet met terugwerkende kracht bijgesteld. • Deze indicator wordt per kwartaal uitgevraagd. |
VWS 3.4 Langdurend ziekteverzuimpercentage (incl. zwangerschapsverlof) | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 11.4 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Het ziekteverzuimpercentage is het totaal aantal ziektedagen van personeelsleden, in procenten van het totaal aantal beschikbare kalenderdagen (dus geen werkdagen) van personeel in loondienst per kwartaal. • Het ziekteverzuimpercentage betreft het verzuim van langer dan 28 dagen en inclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof. In de berekening wordt rekening gehouden met de parttimefactor. • Alle personeelsleden (zorg- en niet-zorg) worden geïncludeerd. • Voor de berekening van deze indicator is het noodzakelijk dat in de administratie van de zorgaanbieder wijzigingen in parttime factor, vestiging en functie gedurende de verslagperiode beschikbaar zijn. • De laatste dag van het kwartaal fungeert als peilmoment waarmee bepaald wordt of iemand kort- of langdurend ziek is. De resultaten worden niet met terugwerkende kracht bijgesteld. • Deze indicator wordt per kwartaal uitgevraagd. |
VWS 4.1 Instroom personeel | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 13.1 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Er wordt uitgegaan van de periode van een kwartaal, waarbij de indicator op een bepaald peilmoment wordt berekend. |
VWS 4.2 Uitstroom personeel | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 13.2 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Er wordt uitgegaan van de periode van een kwartaal, waarbij de indicator op een bepaald peilmoment wordt berekend. |
VWS 4.3 Percentage doorstroom personeel op oplopend kwalificatieniveau | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 13.3 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Gekozen is om het kwalificatieniveau te laten bepalen door de zorgaanbieder, door de functies eenmalig in te delen in kwalificatieniveaus. • De term “oplopend” is gekozen als neutrale term om geen oordeel uit te spreken over personeel dat naar een hoger kwalificatieniveau doorstroomt (bijvoorbeeld van niveau 2 naar niveau 3). • Deze indicator wordt per kwartaal uitgevraagd. |
VWS 4.4 Percentage doorstroom personeel op aflopend kwalificatieniveau | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 13.4 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Gekozen is om het kwalificatieniveau te laten bepalen door de zorgaanbieder, door de functies eenmalig in te delen in kwalificatieniveaus. • De term “aflopend” is gekozen als neutrale term om geen oordeel uit te spreken over personeel dat naar een lager kwalificatieniveau doorstroomt (bijvoorbeeld van niveau 3 naar niveau 2). • Deze indicator wordt per kwartaal uitgevraagd. |
VWS 5.1 Het aantal cliënten per zorgprofiel op peildatum | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 14.1 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • Het zorgprofiel wordt afgeleid uit de indicatie van de cliënt. • Er wordt uitgegaan van de periode van een kwartaal, waarbij de indicator op een bepaald peilmoment wordt berekend. |
VWS 5.2 Het aantal cliënten per leveringsvorm op peildatum | Nieuwe informatievraag | • Op basis van informatievraag zorgkantoren 14.2 (Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling). • De leveringsvorm wordt afgeleid uit de indicatie van de cliënt. • Er wordt uitgegaan van de periode van een kwartaal, waarbij de indicator op een bepaald peilmoment wordt berekend. |
VWS 7.1 Aantal wooneenheden per locatie op een peildatum | Nieuwe informatievraag | • Het betreft wooneenheden die geschikt zijn voor bewoning door cliënten met eventueel een partner. • Per vestiging • 1x per jaar (momentopname) • Wooneenheden voor Wlz-cliënten met leveringsvorm verblijf en zorgprofiel VV 1-10 |
VWS 7.2 Aantal verblijfsplaatsen per locatie op een peildatum | Nieuwe informatievraag | • De capaciteit van een vestiging en van de organisatie wordt uitgedrukt in het aantal personen dat in een vestiging (en bij de organisatie als geheel) van een zorgaanbieder kan wonen. • De capaciteit wordt bepaald op basis van het aantal personen dat in elke wooneenheid kan wonen. • Het betreft wooneenheden die geschikt zijn voor bewoning door cliënten met eventueel een partner. • Deze indicator wordt op een peildatum op organisatieniveau en per vestiging berekend. |
Concept | Informatievraag | Bestaande / gewijzigde / nieuw concept in de ontologie | Toelichting |
---|---|---|---|
Zorgkantoor indeling | Alle informatievragen | Nieuw concept | Nederland is opgesplitst in 31 zorgkantoorregio’s. In elke regio is één zorgkantoor aangewezen om Wlz zorg in te kopen. VWS wil graag aansluiten bij de informatiebehoefte van zorgkantoren en zal wanneer gewenst zelf de gegevens samenvoegen voor een landelijk beeld. |
Financieringsstromen langdurige zorg | Alle informatievragen | Nieuw concept: Zvw zorg Nieuw concept: Wmo zorg | Veel zorgaanbieders V&V bieden zorg vanuit verschillende financieringsstromen. Het is voor VWS nu niet goed inzichtelijk welke zorg onder de Wlz valt en welke niet. Een uitsplitsing in de 3 grootste financieringsstromen voor ouderenzorg is een eerste stap naar meer inzicht. |
Wlz zorgsoorten | Alle informatievragen | Nieuw concept: ELV Nieuw concept: GRZ | • V&V (VV-codes) • ELV • GRZ Indeling in zorgsoorten is gebaseerd op aantal cliënten per zorgprofiel (totaal), ELV en GRZ. Deze moeten dus als losse doelgroepen te onderscheiden zijn. Het gaat om locaties waar dit type cliënten wonen. |
Onderscheid zorg-/ niet zorg gerelateerd personeel | Alle informatievragen | Nieuw concept: niet zorg gerelateerd personeel | De zorgaanbieder bepaalt op basis van functie welke personen zorg gerelateerd zijn (zoals nu in ODB Personeel) en welke niet. |
Kwalificatieniveaus | 2, 6, 7 | Bestaand concept | VWS sluit aan bij de indeling zoals deze voor zorgkantoren wordt gevolgd. De zorgkantoren volgen op hun beurt weer de indeling die voor de aanlevering indicatoren kwaliteitskader verpleeghuiszorg aan het Zorginstituut voor publicatie in de ODB. |
Zorgprofiel Wlz VV | 8 | Bestaand concept | VWS sluit aan bij inzicht behoefte zorgkantoren: inzicht in alle zorgprofielen en hanteren de indeling VV1 tot en met VV10. |
Leveringsvorm Wlz | 8 | Nieuw concept | Leveringsvormen die door zorgkantoren worden gebruikt zijn: • Verblijf met behandeling • Verblijf zonder behandeling • VPT • MPT • PGB |
Toetsing Er heeft nog geen (externe) toets op dit uitwisselprofiel plaatsgevonden.
Heb je feedback?
Loopt u tegen een issue aan bij het KIK-V product? Neem dan contact met ons op!